Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarna [28]zag ik, en ziet, er was [29]een ander [dier], gelijk [30]een luipaard, en het had [31]vier vleugels eens vogels op zijn rug; ook had hetzelve dier [32]vier hoofden, en aan [33]hetzelve werd de heerschappij gegeven. 28. Dit is, mij werd in een gezicht gewezen. 29. Namelijk de monarchie van Alexander den Grote, of het Macedonischer, of het Griekse rijk of monarchie. 30. De pardus of pardel is listig en snel, Jer.5:6; Hos.13:7; Hab.1:8. Alzo waren de aanslagen van den koning Alexander den Grote listig, en hij was snel en moedig in het innemen van landen en steden. 31. Hiermede wordt ook te kennen gegeven de snelle voorgang van Alexander den Grote. Vergelijk hfdst.8 vs.5. Doch sommigen verstaan door de vier vleugelen op den rug de vier vorsten, die na den dood van Alexander zijne rijken onder zich verdeeld hebben, hfdst.8 vs.8. 32. Deze vier hoofden betekenen ook de verdeling der monarchie van Alexander, onder vier voorname heren of hoofden van zijn leger, die, nadat zij lang met elkander om de heerschappijen gestreden hadden, zo hebben zij eindelijk dezelve onder zich verdeeld, alzo dat Seleucus voor zijn deel heeft gekregen Groot-Azie; Antigonus Klein-Azie; Cassander, [welke Antipater opgevolgd is] is geworden koning van Macedonie; Ptolemoeus, de zoon van Lagus, heeft Egypte tot zijn deel gekregen. 33. Te weten Alexander de Grote werd van God de heerschappij gegeven, alzo dat hij met kleine legers zeer grote overwonnen heeft.